Natuurlijk rauwe voeding

 

Wij geven onze honden natuurlijk rauwe voeding (NRV). Ook onze pups worden hiermee groot gebracht en afgespeend. Omdat het nogal wat vragen oplevert bij mensen die het niet geven proberen we d.m.v. deze pagina duidelijk te maken waarom wij het geven en waarom u het ook eens zou moeten overwegen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat is NRV??

NRV staat voor Natuurlijke Rauwe Voeding, of Natuurlijk Rauw Voeren. Deze rauwvoer stroming volgt van oorsprong de theorie van de Australische dierenarts Tom Lonsdale. Het is eigenlijk al iets van heel vroeger, alleen door de komst van de brok bijna in de vergetelheid geraakt. Het bestaat uit het voeren van rauw vlees, echter in bepaalde percentages van spiervlees, orgaan en bot, later hierover meer.

 

Waarom geven wij geen brok meer aan onze honden??

Ten eerste bevatten brokken teveel koolhydraten. En dat niet alleen, een brok bevat afval van granen, dat niet meer geschikt is voor menselijke consumptie.
Daarnaast hebben de meeste brokken slechte toevoegingen in de zin van geur-, kleur- en smaakstoffen. Die zitten erin voor de eigenaar, zodat een brokje er lekker uit ziet. Ook moet het een beetje lekker ruiken wil een hond  het eten. Want als je 4% vlees of vis, maar meestal meel daarvan, lang verhit, zodat het doodgekookt is, zit er niet veel geur meer aan. Ook geen smaak. Ook geen vitaminen! Dus moet het een beetje opgeleukt worden, anders vindt de hond het niet te eten. In bijna elke brok zit graan, anders kan het geen compact, samengevoegd brokje worden. Nu kun je zelf wel een merk thuis hebben staan waar geen kunstmatige stoffen in zitten, en misschien zit er ook wel veel meer vleesaandeel in dan de gebruikelijke 4%, maar dan nog is een hondenbrok niet natuurlijk.
Een hondachtige zal alles eten wat eetbaar is, om in leven te blijven. Maar wat is een hondachtige ècht?  Honden zijn carnivoren. Dat betekent dat het vleeseters zijn. De hoofdmoot van de voeding moet altijd uit vlees bestaan, wil een van deze carnivoren daar optimaal op functioneren.
Als je, net zoals wij, altijd hebt geleerd, zoals zoveel mensen, dat een hond gewoon brokken hoort te eten, dan is het heel moeilijk zomaar iets anders te geloven. Veel honden krijgen echter lichamelijke en geestelijke klachten. Omdat wij ook een hond hadden met darmproblemen zijn we verder gaan kijken en zijn we ons gaan verdiepen in de NRV. Ondertussen staan onze honden nu allemaal op rauwe voeding en zijn de darmproblemen van onze hond weg, glimmen de vachten meer en verharen ze minder. Omdat een van onze pups ook was afgespeend op rauw voer zien we ook een verschil tussen het opgroeien op brok en het opgroeien op rauw vlees. Dit alles heeft ons doen besluiten om vanaf nu alle pups zo op te laten groeien..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat mag je allemaal geven??

Vlees, als het maar rauw is. Het liefst van zoveel mogelijk dieren ( bronnen ) maar pas op met varkensvlees. Deze kan de ziekte van Aujesky ( een ziekte die voorkomt bij varkens, en waarvoor niet meer geent hoeft te worden en zeer besmettelijk is voor honden.. ) bevatten. Verder is alles toegestaan mits het maar rauw is, dus ook botten!! Door het roken, koken, grillen, bakken kan namelijk de samenstelling van de botstructuur veranderen waardoor levensgevaarlijke situaties voor de honden kunnen ontstaan zoals bijv. een darmperforatie. Rauwe botten hebben dat probleem niet en kunnen dus gewoon gegeven worden. Let wel even op dat het geen botten zijn van dragende delen ( poten, knieen ) van grote dieren, die kunnen te hard zijn voor het gebit.

Even ter verduidelijking:

Spiervlees zijn zoals het woord al zegt, alle spieren van een prooidier, die als vlees geschikt zijn voor de hond. De spieren zitten om het skelet heen en houden de boel bij elkaar. Het makkelijkst te onthouden is dat spiervlees geen orgaan is. Dus alles wat orgaanvlees is, is géén spiervlees. Om je een idee te geven: biefstuk, kipfilet, kopvlees, paardenvlees, etc. Spiervlees moet de hoofdmoot van de voeding uitmaken (50-60%).

Kopvlees is vlees van de kop van bijv. een rund. Denk hierbij aan het vlees van wangen en het hoofd. Hiermee worden NIET de hersens bedoeld. Het valt onder spiervlees.

Snijlingen of snijsels zijn overblijfsels van vlees dat voor de mensen klaargemaakt is, het komt van elke vleessoort af. Randjes die niet mooi zijn, of vetrandjes, vlees dat er niet lekker uit ziet, dat blijft over bij de slager of het slachthuis. Je hebt vast wel eens een slager aan het werk gezien die vlees netjes maakt voor de consument. Wat over is, zijn snijlingen, ook wel restafval. Dit is uitermate geschikt voor de hond en kat en met een beetje geluk voor een prikkie te krijgen zijn. Je hebt ze in verschillende categorieën en prijzen (denk er maar aan dat biefstuk duurder is dan kipfilet), hoe vetter het is of hoe meer vet eraan zit, hoe goedkoper het vlees.

Orgaanvlees: in het menu van de hond moet je ongeveer een percentage orgaanvlees aanhouden van 10-20%. Orgaan heeft meestal ongeveer een vaste plaats in elk lichaam, min of meer een vaste vorm, nieren zijn bijvoorbeeld boonvormig en hart heeft ook altijd dezelfde vorm bij alle dieren. Het zit bij alle soorten op dezelfde plaats en heeft een specifieke functie. De voedingswaarde ligt dichter bij spiervlees dan orgaan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de voedingswaarde van de lever, maar dat doet niets aan het feit dat het hart anatomisch gezien een orgaan is. Geschikt orgaanvlees voor de hond is: hart, lever, nieren en strot (luchtpijp). Als je het hebt mag je ook milt voeren, of testikels, ogen, tong, hersens, enz. Longen mag je geven, maar die hebben geen voedingswaarde. Veel honden vinden het niet zo lekker. Het hart is een gespierd orgaan, maar valt onder orgaanvlees. Pens is ook orgaanvlees, maar wordt vaak gezien als complete maaltijd.

Bot: de voeding van de hond moet 10-20% bot bevatten. Kies vooral niet-dragende botten van jonge grote dieren (ribben, schouderblad, van geit en lam bijvoorbeeld ook pootjes, nek, etc.). Van gevogelte kun je alles geven. Duif en eend worden vaak niet goed gegeten.

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wij geven onze honden geen extra toevoegingen in de vorm van groenten. Een hond is immers zoals gezegd een carnivoor. Omdat wij er niet voor gekozen hebben om onze honden hele prooidieren te geven, geven we de honden regelmatig wel wat ruwe vezel in de vorm van zemelen door / over het vlees. Dit om de ruwe vezels die ze bij een heel prooidier dmv haren en nagels wel zouden binnen krijgen. Ruwe vezel maakt de stoelgang makkelijker.

Wat wij als enige wel als extra-tje geven is pro-biotica in de vorm van Kefir. Kefir is een zuurachtige mousserende melkwijn die (oorspronkelijk in de Kaukasus) uit koe-, geite- en schapemelk wordt verkregen. Bloemkoolachtige witte korrels die bestaan uit een symbiose van verschillende soorten bacteriën en gisten, die samen de omzetting van melk in kefir bewerken. Het lijkt een beetje op yoghurt en samen met wat honing vinden onze honden het verrukkelijk. Vaak geven we er een heel rauw eitje bij. ( ja, de honden mogen ook de eierschil, dit is goed voor het calcium. )

We kunnen ons voorstellen dat het hele verhaal u een beetje duizelt. Er zijn echter goede informatiebronnen te vinden over dit onderwerp op internet. Kijk bijv. eens op http://natuurlijkevoeding.yourbb.nl/ waar ook veel van deze informatie vandaan komt.

Uiteraard hopen we dat als u een pup bij ons aanschaft dat u dit ter harte wilt nemen en ook overstapt op NRV.